Participatie: behandel inwoners als je beste vrienden

Stel je eens voor: je beste vriend vraagt je om hulp. Je zegt toe, maar vervolgens laat je weken niets van je horen. Als hij contact zoekt, reageer je niet of nauwelijks, waardoor hij het blijft proberen en uiteindelijk afhaakt. Ondertussen noem je hem tegenover anderen ‘lastig’ of ‘kritisch’. Klinkt niet als een stevige vriendschap, toch?

Toch is dit precies hoe inwoners zich regelmatig behandeld voelen door de overheid. Niet als mensen van vlees en bloed, met emoties, zorgen en goede ideeën, maar als ‘belanghebbenden’, ‘doelgroepen’ of ‘formele insprekers’. Abstracte rollen die afstand scheppen.

Van formeel naar persoonlijk

In participatietrajecten zien we inwoners te vaak als anonieme groepen. We spreken over ‘de buurt’, ‘de jongeren’ of ‘de woningzoekenden’. En als het even kan, plaatsen we ze in een hokje van een stakeholderanalyse. Natuurlijk helpt het om overzicht te houden, maar zodra de mens achter de rol verdwijnt, verdwijnt ook de relatie. En precies daar wringt het: participatie zonder relatie wordt kil en eenzijdig.

Wat als we inwoners behandelen zoals we onze vrienden behandelen? Met respect, aandacht, openheid en eerlijkheid. Dat betekent: luisteren zonder vooroordelen, op tijd reageren, duidelijk communiceren en eerlijk zijn over wat je wel en niet kunt waarmaken.

Vier simpele stappen met grote impact

1. Wees bereikbaar en duidelijk
Een vriend hoeft niet weken te wachten op antwoord. Toch duurt het bij gemeenten soms maanden voordat er een reactie komt op een idee of bezwaar. Maak de lijntjes korter. Spreek begrijpelijke taal. Gebruik geen ambtelijke brieven vol jargon, maar leg gewoon uit wat je bedoelt – zoals je dat ook tegen een vriend zou doen.

2. Kom je afspraken na
Als je een vriend belooft iets te doen, dan doe je dat. Bij participatie is dat niet anders. Beloftes scheppen verwachtingen. Als je zegt dat mensen invloed kunnen uitoefenen, laat dan ook zien wat je met hun inbreng doet. Niets is funester dan input vragen en daar vervolgens niets mee doen.

3. Laat defensiviteit los
Vrienden mogen kritisch zijn. Dat betekent niet dat ze tegen je zijn. Tijdens participatieprocessen zien we nog vaak een reflex van verdedigen (‘vechten’) of wegduwen (‘vluchten’) bij kritiek. Dat is zonde. Kritiek kan juist waardevolle inzichten opleveren. Door nieuwsgierig te blijven, groeit het vertrouwen.

4. Wees eerlijk en ga écht in gesprek
Een goede vriend spreekt niet over je achter je rug. Toch gebeurt dat tijdens processen regelmatig. Er wordt óver inwoners gepraat, in plaats van mét hen. Echte participatie vraagt om eerlijkheid en rechtstreeks contact. Ook als dat soms schuurt. Mensen waarderen het als je duidelijk bent over wat kan en wat niet – zolang je het maar oprecht en respectvol brengt.

Geen perfecte vriendschap, wel een echte relatie

Natuurlijk hoef je als overheid niet bevriend te zijn met elke inwoner. Maar een relatie gebaseerd op respect, gelijkwaardigheid, eerlijkheid en openheid brengt je veel verder dan een formele houding. Als mensen zich gezien en gehoord voelen, zijn ze sneller bereid om mee te denken en mee te doen

Dus stel jezelf eens de vraag: zou ik zo met mijn vrienden omgaan? Als het antwoord ‘nee’ is, kijk dan wat er nodig is om het anders te doen. Kleine veranderingen in toon, houding en proces kunnen al een groot verschil maken.

Ook werken aan meer gelijkwaardige relaties met inwoners?
Ik denk graag met je mee. Neem contact op via onno@plusanderen.nl of stuur me een berichtje. Samen maken we participatie menselijker én effectiever.

Nieuwsgierig?

+ jij?

  • Ben jij op zoek naar een nieuwe uitdaging? Solliciteer dan op één van onze openstaande vacatures  + meer

     

     

  • Kom op 17 april naar de lancering van +anderen Oost